19-01-2014
In deze korte maar zeer
indrukwekkende droom werd mij verteld dat het einde der tijden nabij is en dat
er een kracht van veel vernietiging over de aarde zal komen. Meer dan
ooit tevoren zag ik bloed en vuur en veel
rook, goed wetend en volledig beseffend, Dat De Heer Zelf,
deze droom, aan mij heeft laten zien met een Gevoel van waarschuwing van de
spoedig komende vernietiging, en het besef dat de Hoop van God altijd aanwezig is.
Aan het einde zag ik duisternis,
als een boekrol, zich over de aarde uitrollen. Dan, toen de korte droom
en waarschuwing aan het einde waren gekomen, zag ik de aarde als een Wereldbol
groot en brandend. En ik zag, zoals het was, een zeer groot Zwart
lint gebonden
rond de Aardbol, die als een cadeau werd
terug gegeven, daar de vernietiger en al zijn krachten hun werk hebben gedaan.
“De
Proeftijd voor de Mensheid is op!”
In Job 33:22 - De dodende
machten zijn letterlijk, "de Vernietigers”, zij zijn de oorzaak om te sterven" of de
engelen van de dood die klaar zijn leven van een man weg te nemen tijdens
ernstige ziekte. Er is geen exacte parallel hieraan te vinden in het Oude
Testament. De dichtst daarbij komende benadering is "de engel die het volk vernietigd" door
pestilentiën 2
Samuel 24:16,17 parallel 1 Kronieken 21:15, 16 de engel die de Assyriërs sloeg
2 Koningen 19:35 = Jesaja 37:36 parallel 2 Kronieken 32:21 "engelen van het kwaad"
Psalm 78:49
Job 33:22
Zodat
zijn ziel tot de groeve nadert, zijn leven tot de dodende machten.
2 Samuël 24:16-17
Toen
de engel zijn hand naar Jeruzalem
uitstrekte
om het te verdelgen, berouwde het onheil de HERE, en Hij zei tot de engel die verderf bracht onder
het volk: Genoeg! Laat nu uw hand zinken. De engel stond toen bij de dorsvloer
van de Jebusiet Arauna. En David sprak tot de HERE, toen hij de engel zag, die
onder het volk verderf bracht: Zie, ik heb
gezondigd, en ik heb ongerechtigheid bedreven, maar deze schapen – wat hebben
zij gedaan? Laat toch uw hand zijn tegen mij en mijn familie.
Parallel aan:
1 Kronieken 21:15-16
Ook
zond God een engel naar Jeruzalem om dat te verdelgen, maar zodra hij daarmee begon, zag de
HERE het, en het onheil berouwde Hem; Hij zei tot de verderfengel: Genoeg! Laat nu uw hand zinken. De
engel des HEREN stond toen bij de dorsvloer van de Jebusiet Ornan. Toen
sloeg David zijn ogen op en zag de engel des HEREN staan tussen hemel
en aarde, met in zijn hand het getrokken zwaard, uitgestrekt over
Jeruzalem; en David en de oudsten, in rouwgewaad gehuld, wierpen zich op hun
aangezicht.
2 Koningen 19:35
In
die nacht ging de Engel des HEREN uit en sloeg in het
leger van Assur honderdvijfentachtigduizend man. Toen men vroeg in de morgen
opstond, zie, zij allen waren lijken.
Is gelijk aan:
Jesaja 37:36
Toen
ging de Engel des HEREN uit en sloeg in het
leger van Assur honderd en vijfentachtigduizend man. Toen men vroeg in de
morgen opstond, zie, zij allen waren lijken.
En parallel daaraan:
2 Kronieken 32:21
Toen
zond de HERE een engel, die alle krijgshelden,
vorsten en oversten in de legerplaats van de koning van Assur verdelgde, zodat hij met beschaamd gelaat naar
zijn land terugkeerde. Eens, toen hij het huis van zijn god was binnengegaan,
hebben zijn eigen zonen hem daar met het zwaard geveld.
Psalm 78:49
Hij
zond tegen hen zijn brandende toorn, verbolgenheid en angstwekkende gramschap,
een schare van verderfengelen.
Jesaja 34:4
Al
het heer des hemels vergaat en als een boekrol worden de hemelen samengerold; al hun heer valt af, zoals het loof
van de wijnstok en zoals het blad van de vijgenboom afvalt.
Handelingen 2:20-21
De
zon zal veranderen in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en doorluchtige
dag des Heren komt. En het zal zijn, dat al wie de naam des Heren aanroept,
behouden zal worden.
Gods zegen
Josie Hagen